Radioprogramma Hoe?Zo! – 2011

Interview Carolina de Weerth in radioprogramma Hoe?Zo!

Datum bericht: September 2011

In september 2011 is Carolina de Weerth geïnterviewd over de gevonden resultaten m.b.t. de relatie tussen co-sleeping en stress reactiviteit van baby’s.

Dit interview was naar aanleiding van een persbericht dat uitgegeven was door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Dit persbericht kunt u hieronder lezen.

NWO Persbericht (september 2011)
Afgezonderd van ouders slapen gelinkt aan babystress in bad

Baby’s die in een andere kamer dan die van hun ouders slapen, hebben een hoger stressniveau tijdens het in bad gaan dan kinderen die op de kamer van hun ouders slapen. Dit concludeert NWO-onderzoeker Carolina de Weerth van de Radboud Universiteit Nijmegen. De resultaten van haar onderzoek worden op 30 september gepubliceerd in het tijdschrift Psychoneuroendocrinology.

Biologe Carolina de Weerth heeft samen met haar collega Marieke Tollenaar gegevens van 163 moeders en hun kinderen geanalyseerd. Alle moeders hielden in de eerste twee maanden na de geboorte van hun kind een dagboek bij. Hierin schreven ze dagelijks op waar en hoelang het kind de nacht ervoor geslapen had. Ongeveer een kwart van de baby’s sliep vrijwel altijd in een andere kamer dan die van hun ouders, en rond de 40% vrijwel altijd in dezelfde kamer. De rest van de kinderen sliepen soms in de eigen kamer en soms bij de ouders. “Vervolgens hebben we het cortisolniveau van elke baby aan de hand van het speeksel gemeten na afloop van een tweetal stressmomenten, waaronder in bad gaan,” vertelt de Weerth. Hieruit bleek dat baby’s die afgezonderd van hun ouders slapen, gemiddeld een bijna 40% hoger stressniveau hebben bij het in bad gaan dan baby’s die wel op de kamer van hun ouders slapen.

Nabijheid ouders
Het is voor het eerst dat er onderzoek is gedaan naar het verband tussen de slaaplocatie en het stresshormoonniveau bij baby’s. Als mogelijke verklaring voor het verband geeft De Weerth: “De ouders werken voor het kind als het ware als externe ‘stress regulator’. Door het kind te troosten en aandacht te geven, neemt de stress bij de baby af. Ouders waarvan het kind bij hen op de kamer slaapt, zijn ’s nachts snel beschikbaar om onrust en ongemak bij het kind weg te nemen.” Ze geeft een voorbeeld: “Subtiele signalen van onrust bij de baby, zoals een bepaald geluidje, vallen sneller op als het kind in dezelfde kamer slaapt, dan wanneer het kind in een andere kamer slaapt. In dat laatste geval zullen ouders misschien pas ingrijpen bij ‘grote signalen’, zoals huilen, omdat ze subtielere signalen missen.” Oftewel: baby’s die in een aparte kamer slapen zijn minder gewend aan hun ouders als externe stress regulator, terwijl bij baby’s die in dezelfde kamer slapen stress sneller gereguleerd wordt. Volgens de onderzoekster werkt dit mogelijk door bij activiteiten overdag, zoals in bad gaan. “Baby’s die in een aparte kamer slapen reageren overgevoeliger op dit soort situaties; hun cortisolniveau schiet sterker omhoog. Bij kinderen die op de kamer van hun ouders slapen lijkt de hoogte van het stressniveau meer gepast te zijn voor de situatie.”

Stress noodzakelijk
Toch benadrukt de onderzoekster dat het belangrijk is voor een baby om stress te leren ondergaan. “Het is normaal als baby’s reageren op hun omstandigheden en hun cortisolniveau daarbij omhoog en weer omlaag gaat. Het wordt pas problematisch als de baby chronische stress ervaart en daar ook langzaam van herstelt. Dat is nadelig voor hun gezondheid, en ook voor de aanpassing van hun stresssysteem.” De onderzoekers gaan de komende jaren uitzoeken wat op de langere termijn het effect is van afgezonderd slapen op het stresssysteem van het oudere kind. De Weerth verrichtte haar onderzoek met een Vidi-subsidie van NWO.

Over NWO
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) is de onafhankelijke nationale wetenschapsfinancier en heeft tot taak het wetenschappelijke onderzoek in Nederland te laten excelleren via nationale competitie. Jaarlijks geeft NWO ruim 500 miljoen euro uit aan subsidies voor toponderzoek en toponderzoekers, vernieuwende instrumenten en apparatuur, en aan instituten waar toponderzoek wordt bedreven. NWO financiert het onderzoek van ruim 5300 getalenteerde wetenschappers aan universiteiten en instellingen. Selectie door middel van peer review is in handen van onafhankelijke deskundigen. NWO bevordert de overdracht van kennis naar de maatschappij en het bedrijfsleven.